Waterstaatswet 1900
Artikel 72
1
De beheerder is in geval van gevaar, en zolang de daardoor ontstane situatie zulks noodzakelijk maakt, bevoegd maatregelen te treffen die hij nodig oordeelt, zo nodig in afwijking van wettelijke voorschriften. Deze bevoegdheid geldt niet indien de maatregelen in strijd zouden komen met de Grondwet of enige internationaalrechtelijke verplichting.
2
Indien gedeputeerde staten beheerder zijn en de omstandigheden geen voorafgaande bijeenroeping van gedeputeerde staten gedogen, is Onze commissaris in de provincie bevoegd de in het eerste lid bedoelde maatregelen te treffen, zolang deze toestand voortduurt en totdat gedeputeerde staten van hun bevoegdheden gebruik maken.
3
De beheerder brengt, zodra de feitelijke omstandigheden op grond waarvan gebruik is gemaakt van de in het eerste of tweede lid bedoelde bevoegdheid zulks toelaten, de staat van zaken, indien mogelijk, zoveel mogelijk weer in overeenstemming met de staat, welke is voorgeschreven.
4
De beheerder draagt zorg voor een analyse van het optreden en verder handelen bij toepassing van het eerste tot en met het derde lid. Hij zendt in elk geval een exemplaar van deze analyse ter kennisneming aan gedeputeerde staten alsmede aan burgemeester en wethouders van de gemeenten waarbinnen de waterstaatswerken zijn gelegen. Indien gedeputeerde staten beheerder zijn, zenden zij een exemplaar van deze analyse tevens aan Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.